Uit onderzoek bleek dat Citroën onder jongeren weliswaar als erg comfortabel werd gezien, maar ook als weinig sportief en dynamisch. Dat moest anders en Citroën besloot dat het tijd was voor een nieuw imago. Eind 1984 werden daar de eerste resultaten van zichtbaar toen men de Visa GTI en de CX GTI Turbo presenteerde. In maart 1985 verscheen het derde sportieve model: de BX Sport.
De wagen was voorzien van nieuwe bumpers, een enorme achterspoiler, skirts, spatbordverbreders en nieuwe lichtmetalen velgen. Het scherp uitgesneden achterspatbord oogde bovendien buitengewoon venijnig. Het interieur van de Sport was qua uitrusting vergelijkbaar met dat van de 19 GT. Een nieuw, driespaaks sportstuur en een speciale pookknop onderstreepten het stoere karakter.
Onder de motorkap lag de motor uit de BX 19 GT, die was aangepast en daardoor 20% meer vermogen leverde: een sprong van 105 naar 126 pk. Dat was voldoende voor een sprint van nul tot honderd in 8,9 seconden en een topsnelheid van 195 km/h. In de praktijk bleek de BX Sport zelfs nog iets sneller te kunnen...
In eerste instantie was de BX Sport uitsluitend verkrijgbaar in twee tinten grijs. Puur ter demonstratie zijn er ook enkele exemplaren in het rood gespoten. Citroën had aanvankelijk de bedoeling slechts een eenmalige serie van 2500 Sports te bouwen. De BX Sport bleek echter een schot in de roos. Pers en publiek waren laaiend enthousiast. Daarom nam Citroën de Sport vanaf modeljaar 1986 in het vaste leveringsprogramma op. De Sport was vanaf dat moment ook verkrijgbaar in het rood, zwart en wit. Ook kwam er toen een versie met het stuur aan de rechterkant. Het succes duurde uiteindelijk tot juni 1987, toen BX GTI 16v op de markt kwam, die de Sport verving. Tegenwoordig is de BX Sport een populaire youngtimer.
